Presidentiële families: kinderen die hun ouders opvolgden als regeringsleiders
Een monarchie is een regeringsvorm waarbij kinderen hun ouders opvolgen in het familiebedrijf dat een hele natie leidt. Dit in tegenstelling tot een republiek waar, theoretisch gezien, elke gekwalificeerde burger het land kan besturen. Maar soms kan een familieband met een machtig iemand je kansen vergroten.
Ferdinand Marcos Jr. werd in 2022 - niet zonder controverse - tot president van de Filipijnen verkozen. Bongbong, zoals hij meestal wordt genoemd, is de enige zoon van voormalig dictator Ferdinand Marcos, die over het land regeerde van 1965 tot 1986.
De Marcos-clan is zeker niet de enige politieke dynastie die in de moderne tijd van het besturen van een land een familie-aangelegenheid heeft gemaakt.
Foto: Ferdinand Marcos en zijn zoon in 1986, kort voordat hij werd afgezet.
Latijns-Amerika is een regio met een lange geschiedenis van dictators. Een van de beruchtste was Anastasio Somoza van Nicaragua. Die regeerde van 1937 tot aan zijn moord in 1956 over het Centraal-Amerikaanse land.
Somoza's zonen zouden hem opvolgen en het land zelf of via marionetten-presidenten regeren. De door de VS gesteunde Somoza-dynastie zou in 1979 ten einde komen toen Anastasio Somoza Debayle (foto) werd afgezet. Het jaar daarop zou hij in ballingschap worden vermoord in Paraguay.
Niet alle politieke families in deze regio zijn zo dramatisch als de Somoza's. Neem bijvoorbeeld Andrés Pastrana, president van Colombia tussen 1998 en 2002 en zoon van Misael Pastrana, die tussen 1970 en 1974 over het land regeerde.
Natuurlijk vinden we politieke dynastieën niet enkel terug in Latijns-Amerika. Noord-Korea, bijvoorbeeld, wordt sinds de stichting van het land in 1948 bestuurd door de familie Kim.
De Kim-dynastie begon met Kim Il-sung, die Noord-Korea in 1948 als een communistische staat vestigde en er tot zijn dood in 1994 met ijzeren hand over regeerde.
Kim senior werd opgevolgd door zijn zoon, Kim Jong-il. De excentrieke nieuwe leider, bekend om zijn extravagante smaak, leidde het land tot zijn overlijden in 2011.
Sinds 2011 heeft Kim Jong-un de rol van zijn vader als Opperste Leider van Noord-Korea overgenomen. De vraag is hoeveel generaties het zal duren voordat Noord-Korea officieel een monarchie wordt.
In de Arabische wereld, en meer bepaald in Syrië, is er de familie al-Assad. Hafez al-Assad werd in 1970 heerser van Syrië. Hij regeerde het land met een persoonlijkheidscultus rond zichzelf tot zijn dood in 2000.
Zijn zoon, Bashar al-Assad, is sinds 2000 president van Syrië. Ondanks vele jaren van burgeroorlog en een massale uittocht lijkt het er niet op dat de familie al-Assad het presidentiële paleis binnenkort zal verlaten.
Het is belangrijk dat we benadrukken dat niet alle presidentiële ouders en kinderen autoritair zijn. George Bush werd in 1988 immers democratisch verkozen tot president voor één ambtstermijn en zijn zoon George Walker Bush voor twee ambtstermijnen in 2000 en 2004.
Er is wel nog altijd wat te zeggen over de hertelling van de stemmen in Florida in 2000 en hoe het Hooggerechtshof daarover besliste.
Natuurlijk is de familie Bush niet de eerste met twee personen in de stamboom die in het Witte Huis terechtkwamen. John Adams, de tweede Amerikaanse president, was de vader van John Quincy Adams (foto), de zesde president van de VS.
Ten noorden van de VS, in Canada, hebben ze geen president. Zoals in veel constitutionele monarchieën wordt de regering er geleid door een premier.
Tussen 1968 en 1979 was dat Pierre Trudeau, die die rol opnieuw zou bekleden van 1980 tot 1984. In Canada hebben premiers, in tegenstelling tot de meeste presidenten, geen vaste ambtstermijn.
Justin Trudeau nam in 2015 het stokje van zijn vader over als hoofd van de Canadese regering.
Jawaharial Nehru was tot zijn dood in 1964 niet alleen de eerste premier van het onafhankelijke India, maar hij was ook de vader van Indira Gandhi, een van de eerste vrouwelijke regeringsleiders ter wereld.
Gandhi was tweemaal premier van India: van 1966 tot 1977, en van 1980 tot 1984. In 1999 werd ze in een poll van de BBC uitgeroepen tot Vrouw van het Millennium.
De eerste vrouwelijke premier van India werd in 1984 vermoord door haar twee lijfwachten. Haar zoon, Rajiv Gandhi, volgde haar op als premier tot 1989.