Stikstof: is een 'koeienboertaks' de oplossing voor het milieu?
Het is een heikel thema in de Nederlandse politiek: het stikstofoverschot door koeienboeren en -winden. Iedereen weet inmiddels wel dat ze het milieu vervuilen, maar de oplossing voor het probleem blijft een onderwerp van strijd.
In de provinciale verkiezingen, maar eigenlijk al jaren lang en steeds intensiever, debatteren politici, experts, boeren en activisten over een moeilijke vraag: Hoe brengen we de stikstofuitstoot van het land terug tot een acceptabel niveau, wettelijk opgelegd door de Europese Unie en essentieel om milieuvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan?
Uit onvrede over het inconsequente beleid van de gevestigde partijen, die jarenlang de internationale richtlijnen voor zich uitschoven en nu dringend een oplossing nodig hebben en snelle offers van boeren verwachten, is in Nederland de Boeren BurgerBeweging (BBB) de grote winnaar van de provinciale verkiezingen geworden.
Het probleem van de veehouderij en overmatige stikstofuitstoot blijft echter even groot, op wie we ook stemmen. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN is vee verantwoordelijk voor ongeveer 15% van alle wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
In 2020 publiceerde Greenpeace een schokkend rapport over de vervuiling door vee in Europa. De organisatie stelde dat het vee dat voor vlees en zuivel wordt gehouden, meer broeikasgassen per jaar uitstoot dan alle voertuigen op het continent.
Nederland en de Europese Unie zijn niet de enige gebieden die zich zich zorgen maken over koeienboeren en -winden. Een artikel in 'The Conversation' wees erop dat wereldwijd 150 regeringen toezegging hebben gedaan om de methaanemissies van de landbouw (naast die van infrastructuur voor fossiele brandstoffen en aardgaspijpleidingen) te verminderen.
In een van die landen, Nieuw-Zeeland, wordt dan ook een nieuw middel ingevoerd om stikstofuitstoot in te dammen en te controleren: belasting op boeren. En nee, dan hebben we het niet over de boer als beroepspersoon, maar over de boer die de koe laat om zijn maag te verlichten.
Nieuw-Zeeland staat bekend om zijn rijke bodems dankzij miljoenen jaren van vulkanische activiteit. Het land is ideaal voor het fokken van vee dat gras eet. Om die reden is rundvlees met vrije uitloop een van de belangrijkste en best verdienende exportproducten van Nieuw-Zeeland.
Volgens het Nieuw-Zeelandse Ministerie van Milieu "betekent de hoge landbouwproductie in Nieuw-Zeeland dat methaan en distikstofoxide een groter deel van de bruto-uitstoot uitmaken. Deze gassen hebben een groter opwarmend effect in vergelijking met koolstofdioxide."
Met andere woorden, de landbouw in Nieuw-Zeeland levert een van de grootste bijdragen aan de klimaatverandering in het land. Het ministerie van Milieu hoopt dat de belasting op koeienboeren het land zal helpen zijn doel van nuluitstoot tegen 2050 te bereiken.
Koeienboeren belasten klinkt misschien belachelijk, maar methaan is een krachtig broeikasgas... en Nieuw-Zeeland heeft veel koeien.
Rachel Pannett van The Washington Post legde het goed uit in een artikel over dit onderwerp: "de spijsvertering van het vee - eigenlijk hun boertjes - stoten een krachtig broeikasgas uit dat methaan wordt genoemd, en als gevolg daarvan is de landbouw verantwoordelijk voor de helft van de uitstoot van het land."
Pannett wijst erop dat deze zogenaamde koeienboerbelasting zal variëren afhankelijk van een aantal factoren, zoals de grootte van de boerderij, de hoeveelheid vee, de soorten kunstmest die boeren gebruiken en de stappen die ze nemen om de uitstoot te verminderen.
De Nieuw-Zeelandse regering hoopt dat de belasting op koeienboeren zal helpen om de hoeveelheid methaan die vrijkomt door vee in 2050 met 47% verminderd te hebben.
Kevin Trenberth, een klimaatwetenschapper van de Universiteit van Auckland, zegt in 'The Conversation' dat het belasten van koeienboeren niet de beste oplossing is voor het klimaat.
Trenberth stelt dat er een belangrijk onderscheid gemaakt moet worden tussen "kortlevende klimaatverontreinigende stoffen zoals methaan" en "langlevende stoffen zoals koolstofdioxide." Dat doet de koeienboerentaks niet.
Trenberth vervolgde: "Terwijl biogeen methaan [van de koeien] uiteindelijk de kooldioxide recycleert die kort daarvoor de bron was, voegt methaan uit fossiele bronnen koolstofdioxide toe aan de atmosfeer."
Op de foto: koeien met meters om de methaanproductie te meten.
Bovendien, terwijl vee ongetwijfeld wereldwijd het milieu vervuilt, wijst Trenberth erop dat studies aantonen dat ze slechts "ongeveer een derde van de wereldwijde antropogene methaanemissies veroorzaken, terwijl olie- en gasactiviteiten ongeveer 63% vertegenwoordigen."
Trenberth zegt dat landen nog steeds moeten proberen biogeen methaan te verminderen, maar het moet niet zo zijn dat vee-uitstoot en fossiele uitstoot op één hoop gegooid worden. "Het moet los van fossiel methaan worden beschouwd," zegt hij, " als we bepalen hoe de emissies moeten worden beheerd om tegen 2050 netto nul te bereiken."