Wat is het Marburgvirus en moeten we ons zorgen maken?
Deze zomer kondigde de regering van Ghana aan dat het Marburgvirus in het land was uitgebroken. Op 27 en 28 juni waren twee mensen die geen familie van elkaar waren en het virus hadden opgelopen, overleden.
Het nieuws over een nieuwe uitbraak van deze dodelijke ziekte veroorzaakt door virale infecties verhoogde de bezorgdheid in een wereld die moe is van de strijd tegen het coronavirus. Niet lang geleden werden we nog opgeschrikt door de verspreiding van de apenpokken, en dan zijn er ook nog eens gevallen van polio ontdekt in Noord-Amerika.
Maar hoe zit het met het Marburgvirus? Moeten we ons zorgen maken?
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kan het Marburgvirus een sterftecijfer van 88% bereiken en wordt het overgedragen door fruitvleermuizen.
Het Marburgvirus is kenmerkend voor Afrika, maar het werd voor het eerst in 1967 ontdekt in Europa. Volgens de WHO deed de uitbraak zich voor in de Duitse steden Marburg en Frankfurt.
Foto: Ansgar Scheffold / Unsplash
De uitbraak in Duitsland werd veroorzaakt door Afrikaanse groene apen in een laboratorium. Zij waren besmet en droegen het virus over op mensen. Van de mensen die het Marburgvirus opliepen, stierven er zeven.
Onderzoekers die in het laboratorium van het farmaceutische bedrijf Behringwerke op apen een poliovaccin aan het testen waren, liepen op tragische wijze een onbekend virus op. De wetenschap schatte al snel het enorme gevaar ervan in.
Dit is hoe het Marburgvirus eruitziet onder een microscoop. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie begint besmetting met dit virus "abrupt, met hoge koorts, hevige hoofdpijn, en ook frequente spierpijnen."
"Op de derde dag kunnen hevige diarree, buikpijn- en krampen, misselijkheid en braken optreden. De diarree kan een week aanhouden. Volgens beschrijvingen vertonen patiënten in deze fase een 'spookachtig uiterlijk' met ingevallen ogen, een wezenloze gezichtsuitdrukking en een extreme lusteloosheid," aldus de WHO.
Het Marburgvirus kan de dood tot gevolg hebben omdat het ernstige bloedingen veroorzaakt in de besmette persoon. De patiënt verliest meestal bloed door diarree en overgeven.
Op de foto zie je virusonderzoekers in Oeganda.
We kunnen besmet raken door in contact te komen met uitwerpselen of vloeistoffen van de fruitvleermuis. Dit dier draagt de ziekte met name over in grotten of in andere nauwe en slecht geventileerde ruimtes. In het geval van Marburg gebeurde het in een laboratorium tussen dieren onderling en, vervolgens, van dieren op mensen.
Een bewijs van het gevaar van het Marburgvirus kwam er in 2014 in Angola. Er was een uitbraak in de provincie Uíge, en van de 374 besmette mensen stierven er 329.
De WHO verzekert dat, hoewel het sterftecijfer van het virus kan oplopen tot 88%, een tijdige diagnose en een adequate behandeling het sterftecijfer kunnen verlagen tot 55% of zelfs 20%.
Er is geen specifiek geneesmiddel dat voorkomt dat je ziek wordt en sterft door het Marburgvirus. Tegen sommige symptomen schrijft de arts pijnstillers voor, en dan wordt verwacht dat de patiënt de aanval van het agressieve micro-organisme doorstaat.
Zoals het geval is met andere ziektes in arme landen, is het voor farmaceutische bedrijven niet lucratief om een geneesmiddel voor het Marburgvirus te vinden. Maar misschien verandert dit als er een uitbraak in een rijk land komt.
Het Marburgvirus wordt normaal gesproken een halt toegeroepen door de besmette personen te isoleren. Degenen die eraan lijden zijn vaak zo ziek dat ze niet ver kunnen reizen. Daardoor kan het virus zich niet snel en massaal verspreiden, zoals met het coronavirus wel het geval is.
Het Marburgvirus verspreidt zich meestal in de vorm van een uitbraak, waarna er geen spoor meer van te bekennen is. De meeste slachtoffers vallen in Afrika: Angola en Oeganda zijn twee getroffen landen, maar in 2022 werden ook in Ghana voor het eerst verschillende gevallen vastgesteld.
De Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwt mensen voor het betreden van grotten met een hoge concentratie vleermuizen. Zij zijn bronnen van besmetting van het Marburgvirus en andere kwalen.
Foto: Clement Falize / Unsplash
Bij gebrek aan een specifiek geneesmiddel beperkt de WHO zich tot het volgende advies: "Rehydratie en het snel toedienen van een symptomatische behandeling verhogen de overlevingskansen."